Onvoldoende inname van magnesium kan leiden tot gezondheidsklachten. Het gebeurt echter vaak dat een magnesiumtekort niet wordt opgemerkt. Dit komt onder andere doordat er geen typische kenmerken zijn voor één bepaald tekort. Bovendien kan een bloedserumwaarde een magnesiumtekort niet goed in kaart brengen. In dit artikel leest u hoe u een tekort tóch boven tafel kunt krijgen.
Voedingsmiddelen met magnesium
Als we kijken naar de voedingsmiddelen waarin magnesium zit, zouden we niet verwachten dat we er snel een tekort aan zouden kunnen krijgen. Magnesium zit bijvoorbeeld in groene (blad) groente, noten en vlees. Vlees en zuivel bevatten minder magnesium dan groene bladgroenten, onder andere omdat magnesium het centrale onderdeel is van chlorofyl. Kraanwater is ook een bron van magnesium. Hoe harder het water, hoe meer magnesiumzouten erin zijn opgelost (max. 50 mg/L). Ondanks het feit dat het in veel voedingsmiddelen voorkomt, is de inname van het mineraal sinds het begin van deze eeuw minder geworden.
Er zijn in het verleden diverse onderzoeken gepubliceerd die aantonen dat de hoeveelheden magnesium in voedingsmiddelen aanzienlijk zijn gedaald. In groente werd bijvoorbeeld een daling van 24 – 90 procent geconstateerd (Thomas, 2007 & Workinger, 2018). Sinds 1968 is het magnesiumgehalte in planten gereduceerd. Dit kan te wijten zijn aan onder andere uitputting van de bodem, zure grond, opbrengstverdunning en de samenstelling van de bemesting van gewassen (magnesiumarm en hoge niveaus van stikstof, fosfor en kalium, die de absorptie van magnesium in planten kan beïnvloeden) (Guo, 2016). Tevens gaat veel magnesium verloren door productieprocessen (Marier, 1986).
Verkeerde voedselkeuzes
Ook verkeerde voedselkeuzes spelen een belangrijke rol. DiNicolantonio et al. (2018) stellen dat Westerse voedingsgewoonten ons ontvankelijk maken voor een magnesiumdeficiëntie. Ons voedingspatroon is zo veranderd dat we steeds meer nutriënten binnenkrijgen die de behoefte aan magnesium vergroten. Verhoogde inname van calcium en fosfor verhoogt ook de magnesiumbehoefte. Frisdranken, die de laatste decennia veelvuldig worden gedronken, bevatten veel fosforzuur. Verkeerde voedselkeuzes kunnen een magnesiumdeficiëntie verergeren of versnellen. De magnesiumabsorptie kan ook worden geremd door een hoge zinkinname (Spencer, 1994).
Verhoogde behoefte
Er zijn ook verschillende biologische factoren die kunnen leiden tot een magnesiumtekort. Zo kan het zijn dat het lichaam teveel magnesium uitscheidt. Een verhoogde magnesiumuitscheiding kan voorkomen op latere leeftijd, bij langdurige stress, metabool syndroom, diabetes type 2 en hyperthyreoïdie. Tevens kan een verstoorde absorptie van magnesium, door bijvoorbeeld langdurige diarree, braken, hoge alcoholconsumptie, ziekte van Crohn, coeliakie, een darmresectie of een afwijkend darmmicrobioom, vermoedelijk bijdragen aan een tekort aan magnesium in het lichaam. Daarbij hebben zwangere en lacterende vrouwen en sporters een verhoogde magnesiumbehoefte (Gezondheidsraad, 2018).
Interactie met medicijnen
Langdurig gebruik van een bepaald medicijn kan een effect hebben op de magnesiumstatus. Denk bijvoorbeeld aan maagzuurremmers vanwege de toename van de pH in het maagdarmkanaal, maar ook antibiotica, orale contraceptiva en diuretica, hetgeen en toenemende renale excretie veroorzaakt (Workinger, 2018). Dat kan ervoor zorgen dat de magnesiumbehoefte groter wordt.
Hart- en vaatziekten
Onvoldoende inname van magnesium met de voeding kan leiden tot gezondheidsklachten. Volgens DiNicolantonio et al. (2018) is het zelfs een belangrijke oorzaak van hart- en vaatziekten en vorm het een bedreiging voor de volksgezondheid. Onlangs gaf cardioloog Remko Kuipers een exclusief Webinar over hart- en vaatziekten bij Natura Foundation. Remko sprak onder andere over de belangrijke rol van magnesium in de ontwikkeling en het voorkomen van hart- en vaatziekten, voornamelijk over intraveneuze toepassingen rondom operaties. Daarnaast zijn er interventies met magnesium bij hart- en vaatziekten die u als gezondheidsprofessional kunt toepassen in uw praktijk.
In onderzoek naar hart- en vaataandoeningen waarbij magnesium preventief oraal wordt ingezet, wordt vaak een gecheleerde vorm van magnesium gebruikt. Gecheleerde magnesium vormen zoals magnesiumcitraat of magnesiumbisglycinaat hebben een hogere biologische beschikbaarheid dan anorganische vormen van magnesium (Schuette 1994).
Onderzoek naar het uithoudingsvermogen en hartprestatie van patiënten met coronaire hartziekten toonde aan dat dagelijks magnesium innemen voordelig werkt. Patiënten kregen tweemaal daags 365 mg elementair magnesium in de vorm van magnesiumcitraat. Na zes maanden werd er een verbetering gezien in het uithoudingsvermogen (VO2max), in de hartslagprestatie en linkerventrikelejectiefractie (Pokan 2006).
Patiënten met chronisch systolisch hartfalen kregen dagelijks 300 mg elementair magnesium in de vorm van magnesiumcitraat. Na vijf weken vonden de onderzoekers lagere CRP-waarden. Hogere CRP-niveaus zijn een risicofactor voor systemische atherosclerose en wordt geassocieerd met ernstigere hartfalen, mortaliteit en morbiditeit. Verlaging van de CRP-niveaus, door bijvoorbeeld magnesium, is van belang voor het verlagen van de kans op hart- en vaatziekten (Almoznino-Sarafian 2007).
In een onderzoek naar preventie van hart- en vaataandoeningen kregen obese personen zes maanden lang magnesium gesuppleerd. Driemaal daags kregen de proefpersonen magnesiumcitraat, de totale dagelijkse dosis was 350 mg elementair magnesium per dag. Aan het eind van de studie werd een vermindering gezien van de vaatwandstijfheid (Joris 2016).
Van neurologische afwijkingen tot skeletaandoeningen
Ook door andere onderzoekers wordt een magnesiumtekort gekoppeld aan een breed scala aan ziekten, waaronder metabole ziekten, skeletaandoeningen, ademhalingsziekten en neurologische afwijkingen (stress, depressie en angst) (Razzaque, 2018)
Typerende kenmerken of niet?
Het gebeurt vaak dat een magnesiumtekort niet wordt opgemerkt. Dit komt onder andere doordat er geen typische symptomen zijn die behoren bij één bepaald tekort. Magnesiumtekort manifesteert zich bijvoorbeeld vaak door kramp in de spieren en vermoeidheid, maar andere vroege symptomen van een magnesiumtekort zijn misselijkheid, verminderde eetlust, braken, zwakte, tintelingen, gevoelloosheid, toevallen, veranderingen in de persoonlijkheid, een abnormaal hartritme en coronaire spasmen. Het is waarschijnlijk dat deze klachten niet direct worden gelinkt aan een magnesiumtekort (Workinger, 2018).
Meten is nog niet alles weten
Bovendien kan een bloedserumwaarde een magnesiumtekort niet goed in kaart brengen. Een magnesiumtekort gaat namelijk niet altijd gepaard met een verlaagd magnesiumgehalte in het bloed. Het kan zijn dat er bij lage magnesiumwaarden magnesium uit de botten en andere weefsels is vrijgemaakt. Indien de serumwaarden onder de 0,7 mmol/l zijn gedaald, is het wel aannemelijk dat er sprake is van een magnesiumtekort.
Magnesiumwaarden kunnen ook worden gemeten in rode bloedcellen en de urine. Erytrocyten hebben over het algemeen een hogere magnesiumconcentratie dan bloedserum en worden daardoor als een betere indicator gezien dan serumwaarden. Onderzoek in de urine zegt niet altijd iets over de magnesiuminname of de magnesiumstatus in het lichaam. De nieren filteren namelijk de urine waarna magnesium wordt uitgescheiden of wederom geabsorbeerd. Zo regelen ze de magnesiumhomeostase in het lichaam (De Baaij, 2015 & Workinger, 2018).
Magnesiumbelastingtest
Een meer gecompliceerde maar wellicht betere methode om de magnesiumstatus te bepalen is de magnesium intraveneuze belastingtest. Hierbij wordt de magnesiumstatus bepaald na intraveneuze magnesiumlading, gevolgd door een urinecollectie van 24 uur. Deze methode wordt vaak in wetenschappelijke studies gebruikt en is tijd- en kostentechnisch niet altijd haalbaar (Workinger, 2018). De orale magnesiumbelastingtest kan ook effectief zijn en is in tegenstelling tot de injecties een niet-invasief en goedkoper middel om magnesiumdeficiëntie te detecteren. Opgemerkt moet worden dat deze test een strikte opvolging van uw cliënt vereist en niet gestandaardiseerd is voor klinisch gebruik (Traininger, 2002).
Kennis in de praktijk
Voor een klinische setting is het relevant om zowel de inname te analyseren als op klachten gerelateerd aan magnesiumtekort te letten. Bovendien is het als behandelaar cruciaal om bij uw cliënt een verstoorde magnesiumabsorptie en -verbruik te signaleren. Dit kunt u doen door de juiste vragen te stellen. Vraag bijvoorbeeld in hoeverre uw cliënt alcoholische dranken en frisdranken nuttigt, maar ook of uw cliënt veel granen eet en juist weinig groene (blad)groenten en voeding rijk aan vitamine B6. Tevens adviseren wij u in een consult te vragen naar gebruik van medicatie als maagzuurremmers of diuretica en eventuele darmafwijkingen. De mate van stress, slaap en fysieke inspanning zijn ook onderwerpen die aan bod dienen te komen, omdat deze aspecten mede van belang zijn voor het bepalen van de magnesiumstatus van uw cliënt.
Bij een verlaagde magnesiumstatus is het allereerst belangrijk het eetpatroon te verbeteren en meer magnesiumrijke voedingsmiddelen te eten. Magnesium zit vooral in groene (blad)groenten, bananen, abrikozen, pruimen, avocado, noten en zaden, maar ook in vis, waaronder zalm, makreel en heilbot. Echter, met 200 gram spinazie is men er nog niet, dit bevat namelijk zo’n 160 mg magnesium. Terwijl de huidige aanbevelingen twee keer zo hoog liggen en de oermens vier keer zoveel binnenkreeg.
Zeker als er al een tekort is, is het raadzaam om (tijdelijk) een magnesiumsupplement in te zetten. Ook preventief, bij bijvoorbeeld sporters worden magnesiumsupplementen vaak geadviseerd. Het is van belang om de juiste doseringen en innamemomenten te bepalen met uw cliënt. Deze kunnen namelijk ook van invloed zijn op de opname en benutting van magnesium. Supplementen zijn er in verschillende vormen. Organische vormen, zoals magnesiumcitraat of magnesium gebonden aan aminozuren, zoals magnesiumbisglycinaat, hebben een betere biologische beschikbaarheid dan anorganische vormen zoals magnesiumoxide.
Bronnen
Almoznino-Sarafian et al. (2007). Magnesium and C-Reactive Protein in Heart Failure: An Anti-Inflammatory Effect of Magnesium Administration? European Journal of Nutrition. 46(4): 230–237. https://doi.org/10.1007/s00394-007-0655-x.
De Baaij et al. (2015). Magnesium in man: implications for health and disease. Physiological Reviews. 95(1):1-46. https://doi.org/10.1152/physrev.00012.2014 Gezondheidsraad (2018). Kernadvies Voedingsnormen voor vitamines en mineralen voor volwassenen. Geraadpleegd van: https://www.gezondheidsraad.nl/documenten/adviezen/2018/09/18/gezondheidsraad-herziet-voedingsnormen-voor-volwassenen
Guo et al. (2016). Magnesium deficiency in plants: An urgent problem. The Crop Journal. (4)2, 83-91 https://doi.org/10.1016/j.cj.2015.11.003
Joris et al. (2016). Long-Term Magnesium Supplementation Improves Arterial Stiffness in Overweight and Obese Adults: Results of a Randomized, Double-Blind, Placebo-Controlled Intervention Trial. The American Journal of Clinical Nutrition 103(5):1260–1266. https://doi.org/10.3945/ajcn.116.131466.
Marier (1986). Magnesium content of the food supply in the modern-day world. Magnesium. 5(1):1-8. https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/3515057
Pokan et al. (2006). Oral magnesium therapy, exercise heart rate, exercise tolerance, and myocardial function in coronary artery disease patients. British Journal of Sports Medicine. 40(9): 773–778. https://doi.org/10.1136/bjsm.2006.027250.
Razzaque et al. (2018). Magnesium: Are We Consuming Enough? Nutrients. 10(12): 1863. https://doi.org/10.3390/nu10121863
Schuette et al. (1994) Bioavailability of Magnesium Diglycinate vs Magnesium Oxide in Patients with Ileal Resection. Journal of Parenteral and Enteral Nutrition 18 (5):430–435. https://doi.org/10.1177/0148607194018005430.
Spencer H et al. (1994). Inhibitory effects of zinc on magnesium balance and magnesium absorption in man. Journal of the American College of Nutrition. 13(5):479-484.Thomas (2007). The mineral depletion of foods available to us as a nation (1940-2002)–a review of the 6th Edition of McCance and Widdowson. Nutrition and Health. 19(1-2):21-55. https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/18309763/
Trauninger (2002). Oral magnesium load test in patients with migraine. Headache. 42(2): 114-9.
Van Rossum et al. (2011). Dutch National Food Consumption Survey 2007-2010. [Rapport]. Geraadpleegd van: https://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/350050006.pdf
Vormann et al. (2002). Magnesium: nutrition and metabolism. Molecular Aspects of Medicine. (24)1–3, 27-37. https://doi.org/10.1016/S0098-2997(02)00089-4
Workinger (2018). Challenges in the Diagnosis of Magnesium Status. Nutrients. 10(9): 1202. https://doi.org/10.3390/nu10091202.